9789033132087

BIJ HET DOOPVONT

DEN HERTOG - HOUTEN Het Doopformulier eenvoudig toegelicht DS. S.W. JANSE BIJ HET DOOPVONT

© 2023 Den Hertog B.V. Houten ISBN 978 90 331 3208 7 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij digitaal, elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

INHOUD Woord vooraf 7 1. Gods merk- en veldteken 9 2. Ons Doopformulier 13 3. Drie stukken 16 4. Ondergang of besprenkeling 19 5. Walgen - buigen - zoeken 22 6. Vermaand en onderwezen 25 7. Betuigen en verzegelen 28 8. Een gedoopt voorhoofd 31 9. Werkverbond - genadeverbond 34 10. Tot Zijn kinderen aangenomen 37 11. Het kwade voor ons ten goede 40 12. Het bloed dat reinigt van alle zonden 43 13. Rechtvaardig voor God gerekend 46 14. De Heilige Geest verzekert 49 15. Alles in Christus 52 16. De afwassing van de zonden 55 17. Twee delen in het verbond 58 18. Wandelen in nieuwe gehoorzaamheid 61 19. Aanhangen, betrouwen en liefhebben 64 20. Een nieuw godzalig leven 67 21. Aan Gods genade niet vertwijfelen 70 22. Ook onze kinderen! 73 23. De leer van de kinderdoop 76 24. Ik zal Mijn verbond oprichten 79 25. Want u komt de belofte toe, en uw kinderen 82 26. Besnijdenis en Doop 86

6 27. De kinderen omhelsd en gezegend (1) 89 28. De kinderen omhelsd en gezegend (2) 93 29. Een conclusie en een opdracht 97 30. Zijn heilige Naam aanroepen 101 31. In de Ark van behoud 105 32. Door de Rode Zee 109 33. In genade aanzien en inlijven 112 34. Begraven worden en opstaan 115 35. Het kruis achter Hem dragen 118 36. Geloof, hoop en liefde 121 37. Dit leven een gestadige dood 124 38. Zonder verschrikken verschijnen 127 39. Vermaning aan de ouders 130 40. De eerste doopvraag 133 41. De tweede doopvraag 137 42. De derde doopvraag 140 43. Het jawoord 144 44. Gedoopt in de Naam van een Drie-enig God 147 45. Echte dankbaarheid 150 46. De rijkdommen van Gods Kerk 154 47. Christelijk en godzalig opvoeden 157 48. Gebed om groei 160 49. Vaderlijke goedheid en barmhartigheid 163 50. Leven onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester 166 51. Strijden en overwinnen 169 52. Om U te loven en te prijzen 172

7 WOORD VOORAF Geliefde ouders, Wat is het een wonder wanneer je als ouders bij het doopvont mag staan. Het is omdat u een kindje mocht ontvangen uit Gods hand. Als uw kind gedoopt wordt, is dat een groot voorrecht. Het was de Heere Die leven gaf en leven spaarde. De dichter van Psalm 100 zegt het: ‘Hij heeft ons gemaakt (en niet wij)’ (vs. 3). Hij gaf wat nodig is, ook bij alle zorgen die er tijdens de zwangerschap of rond de geboorte kunnen zijn. Tot hiertoe heeft de Heere geholpen. Zo mag je staan en zitten voor Gods heilig aangezicht. En dan zegt de Heilige Doop dat de Heere nog doorgaat met Zijn werk. De Doop laat zien dat de Heere, ondanks onze tekorten, de Getrouwe en de Onveranderlijke is. Een kindje ontvangen, voor het eerst of opnieuw, is een groot wonder! Wat past dan ware dankbaarheid. Nu kan de Heere tegenspoed gebruiken om iemand op zijn plaats te krijgen. Dat doet Hij ook wel: in slagen, moeiten en zorgen. Maar nu kan de Heere óók de goedertierenheden gebruiken om aan Zijn voeten te brengen, door Zijn Geest. Dan zul je werkelijk verbroken zijn onder die zegeningen. We zeggen weleens: ‘Tel je zegeningen, een voor een.’ Maar we kunnen ze niet eens tellen, want we hebben er geen ogen voor. Wat een wonder als de Heere er ons ogen voor geeft. Dan word je werkelijk dankbaar. Dan eindig je werkelijk in deWeldoener en ga je ook ernst maken met de opvoeding. Ouders, vraag de Heere om liefde, wijsheid en Zijn hulp in de opvoeding, tot de eer van Zijn Naam. Hij kan en wil daarin alles

8 geven wat nodig is. ‘En indien iemand van u wijsheid ontbreekt – en dat ontbreekt jullie, maar ook mij – dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt’ (Jakobus 1:5). In de achterliggende vijf jaar heb ik in de gemeente van Rijssen-Zuid in de toespraken bij de doopsbedieningen het Doopformulier stukje voor stukje behandeld. Ze zijn in dit boek opgenomen en bewerkt. Graag bedank ik Jan-Reint ten Hove voor het uitwerken van de toespraken en Hans Versloot van Uitgeverij Den Hertog voor het redactionele werk hieraan. Zo ook ds. G.J. van Aalst, die als oud-docent van de Theologische School bereid was de tekst door te nemen. Voor deze uitgave heb ik dankbaar geput uit zijn boek Van kind tot kind en ook gebruikgemaakt van Ons doopformulier van ds. C. Harinck. Ik heb geprobeerd om op eenvoudige, praktische wijze uitleg te geven bij het formulier. De 52 hoofdstukken lenen er zich voor om deze uitgave te lezen als een ‘weekboek’. Lees het biddend en overdenk daarbij de rijkdom van Gods trouwverbond, waarvan de dichter van Psalm 105:5 zingt: God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht Tot in het duizendste geslacht. ’t Verbond met Abraham, Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind. Rijssen, februari 2023 Ds. S.W. Janse

9 1. GODS MERK- EN VELDTEKEN Wij geloven en belijden dat Jezus Christus, Die het einde der wet is, door Zijn vergoten bloed een einde gemaakt heeft aan alle andere bloedstortingen die men zou kunnen of willen doen tot verzoening en voldoening der zonden; en dat Hij, afgedaan hebbende de besnijdenis, die met bloed geschiedde, in de plaats daarvan heeft verordend het sacrament des Doops, door hetwelk wij in de Kerke Gods ontvangen en van alle andere volken en vreemde religies afgezonderd worden, om geheellijk Hem toegeëigend te zijn, Zijn merk- en veldteken dragende; en het dient ons tot een getuigenis dat Hij in eeuwigheid onze God zijn zal, ons zijnde een genadig Vader. Als je gedoopt bent, ben je getekend voor het leven. Boven aan dit hoofdstuk schrijft Guido de Brès in artikel 34 (‘Van de Heilige Doop’) uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis over ‘Zijn merk- en veldteken’. Zoals sommige mensen een tatoeage hebben en daaraan te herkennen zijn, zo zijn zij die gedoopt zijn ook gemerkt voor het leven. We zijn, als het goed is, kenbaar aan het teken van de Doop. Zíj� n we ook herkenbaar? Een militair herken je aan zijn uniform. Zijn positie is zichtbaar aan het aantal strepen dat je ziet. Ze geven zijn rang weer. Ouders, zijn wij een lichtend licht, een zoutend zout? Wat gaat er van ons uit? Het doopwater gaat levenslang mee. Op ons voorhoofd staat een teken. Leef ik afgezonderd? Ben ik een vreemdeling op de

10 aarde? Dan reken je met Gods alwetendheid, ook als je surft op internet. Je smartphone ligt dan niet haaks op de Bijbel. In je kleding laat je zien: ‘mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’. Je bent met Jozef bang voor de zonde. Je vloekt niet en je let op je taalgebruik. Gods Woord is je lief geworden. Dan ruimen we onze afgoden op, want de Heere is het waard om gediend en gevreesd te worden. Zijn dag is een dag waar je heel de week naar uitziet. Zijn Naam staat op je voorhoofd en is je meer waard dan het fijnste goud op aard. ‘Raak mij niet aan, ik ben van de keizer!’ Dat stond geschreven op de herten van een Romeinse keizer. Ze hadden een label om waar deze woorden in gegraveerd stonden. Deze herten waren van de keizer. Zo zijn onze kinderen door de Doop bestemd voor de Heere. Ze zijn ‘in Christus geheiligd’, zegt het formulier. Dat betekent: afgezonderd met een doel: ‘Leer mij, o God van zaligheden, mijn leven in Uw dienst besteden.’ Ouders, leeft u zo? Zó zouden we moeten leven: als een Koningskind. Tot eer van God en tot heil van de naaste. Heel de wereld om ons heen verdrinkt, maar wij mogen door de Doop in de ark van de kerk zijn. Noach en zijn acht zielen (ook Cham) werden behouden en bewaard. Het is Gods Vaderlijke goedheid dat Hij bemoeienis wil maken met gedoopte ouders en kinderen. We zijn in de ark van de kerk. Zijn we beter dan die wereld? De onboetvaardige wereld werd met de zondvloed gestraft. Dat hebben wij verdiend, maar God zonderde ons af. Hij maakt onderscheid waar het niet is. Het water maakt scheiding. In de ark was veiligheid en bewaring. Buiten de ark was het omkomen. Wij zijn geen heiden of moslim. We werden niet geboren in het oerwoud van deze wereld, maar onder Gods eeuwigblijvend getuigenis. Farao en zijn leger kwamen om in de Rode Zee, terwijl Israël droogvoets naar de overkant ging. Het water maakt scheiding. Zo trekt het doopwater een scheidslijn, ook in ons leven. Zien we het als een

11 voorrecht? ‘Zo wou Hij met geen volkeren handelen; die moesten Zijn getuigenissen en Zijn verbondsgeheimen missen.’ Het water spreekt van afzondering. Er zijn tweeërlei kinderen des verbonds. Er was een Cham in de ark van de kerk. Dat is wel een voorrecht, maar niet genoeg. We moeten in Christus zijn, door wedergeboorte. Daar wijst de Doop ons op. Bevoorrechting is nog geen begenadiging. Daarom is door de levende Kerk voor de gedoopte kinderen gebeden ‘dat Gij dit kind genadiglijk wilt aanzien en door Uw Heilige Geest Uw Zoon Jezus Christus inlijven’. Ouders, bij het doopvont ziet u het: het water drupt... Het is een teken. Een teken heeft betekenis. Water wijst naar de betekende zaak: het bloed van Gods Zoon. De waterdruppels spreken duidelijke, heldere taal. De tekentaal van het water. En water is er genoeg in het doopvont. Juist in de beeldende taal van de waterdruppels ligt ruimte. Het water zegt van ons en onze kinderen: je bent onrein. En zo is het. Het is erger dan je denkt. Je bent melaats van het hoofd tot de voeten. Je ziel is zwart van de zonde. De dood waart in je rond. Het water zegt: je moet gereinigd worden. Zonder reinigend bloed ga je verloren. Zonder bloedstorting geen vergeving. Dat preekt het water zonder woorden; het is een woordeloze prediking. Maar het water zegt ook: je kunt gereinigd worden. Het water in de Doop wijst op allesreinigend bloed. Allesreiniger maakt alles schoon. Zit ergens een vlek in, of is er iets vies, het reinigt. Zo is er ook kracht in Jezus’ bloed. In Hem is een Fontein geopend tegen de zonde en tegen de onreinheid. Dat zegt de Doop ons. Zoek daarom de reinigmaking en zaligheid buiten uzelf in een Ander. Zijn bloed reinigt echt van alle zonden. Al had u al de zonden van Adams nakroost saâmgebonden – en dat is ontelbaar veel – maar in Zijn bloed is verzoening en vernieuwing. Wat ligt er een oneindige ruimte in Zijn wonden, zelfs voor zo een als u en ik zijn.

12 Ons doopformulier wijst de weg aan van walgen, buigen en zoeken, om zo de verlossing in Christus’ bloed, door Zijn Geest en genade, te mogen ontvangen. Laten we nu dit formulier nader overdenken.

RkJQdWJsaXNoZXIy OTA4OQ==